Instelling motorveiligheidsschakelaar

  1. Motorveiligheidsschakelaar op nominale stroom volgens typeplaatje instellen.

De motor moet vermelde aanspreekstroomverhouding IA/IN binnen de vermelde tijd tE uitgeschakeld worden.

Mocht dit niet het geval zijn, dan moet de effectief op het werkpunt optredende nominale stroom worden bepaald en ingesteld en de test moet worden herhaald.